leestijd

Voedingsadvies en cardiovasculair risicobeheer

In samenwerking met
E. Vanhauwaert en L. Verbeyst
Expertisecentrum Health Innovation UCLL

Doeltreffend voedingsadvies ter preventie van cardiovasculaire aandoeningen moet gebaseerd zijn op de principes van evidence-based practice (EBP). EBP-diëtetiek combineert actuele wetenschappelijke kennis met expertise van diëtisten en de inbreng van patiënten met het oog op de beste aanpak. De richtlijnen moeten ook aangepast zijn aan de Belgische context, die mee wordt bepaald door veel voorkomende gezondheidsproblemen, de eetcultuur en het lokale gangbare voedingsaanbod.

Update uit het artikel ‘Cardiovasculaire preventie: voedingsrichtlijnen’ d.d. 22 april 2024

voedingsadvies cardiovasculair

Cardiovasculaire aandoeningen (coronaire hartziekten, cerebrovasculaire ziekten en perifere vaatziekten veroorzaakt door atherosclerose) behoren tot de top drie van voornaamste doodsoorzaken in België (1).

Veel risicofactoren voor hart- en vaatziekten hangen nauw samen met onze leef- en eetgewoonten. Simpele dagelijkse gewoonten, zoals niet roken, voldoende bewegen, streven naar een gezond gewicht, stress voorkomen, het gebruik van alcohol matigen en gezond eten, zijn belangrijk om het risico op hart- en vaatziekten, en de daarmee gepaard gaande invaliditeit en mortaliteit, verder te beperken.

Cardiovasculair risicobeheer is de bepaling en behandeling van risicofactoren voor hart- en vaatziekten. Het doel van primaire preventie is voorkomen dat personen af te rekenen krijgen met hart- en vaatziekten. Secundaire preventie is erop gericht om een nieuw incident te voorkomen bij personen die al hart- en vaatziekten hebben. De preventieprincipes van primaire en secundaire preventie lopen parallel.

Preventie en aanpak van overgewicht

De aanpak van diabetes

 

Belgische FBDG ter preventie van cardiovasculaire aandoeningen

Ter voorbereiding van de praktische voedingsaanbevelingen (Food Based Dietary Guidelines of FBDG) voor de gezonde Belgische volwassen bevolking werden de voornaamste gezondheidsproblemen gelinkt aan voeding in België geïnventariseerd (2). Verschillende klinische uitingen van cardiovasculaire aandoeningen, zoals ischemisch hartlijden, cerebrovasculair lijden en hartfalen, stonden op de eerste plaats van ziektebeelden die verband houden met voeding. De FBDG vertonen bijgevolg bijna allemaal een verband met cardiovasculaire aandoeningen en vormen dan ook de basis van de algemene voedingsrichtlijnen in het kader van cardiovasculair risicobeheer (tabel 1) (2,3).

Meer praktische informatie over de FBDG’s op het menu:

Infografiek voedingsprioriteitenpuzzel

Voedingsprioriteiten op ons bord

 

Voedingsmatrixeffect

Bij de ontwikkeling van voedingsrichtlijnen gaat steeds meer aandacht naar het belang van voedingsmiddelen, niet enkel van geïsoleerde nutriënten. Voedingsmiddelen zijn complexe structuren met verschillende nutriënten (vetzuren, eiwitten, koolhydraten, micronutriënten en andere bioactieve stoffen) die onderling in interactie gaan (voedselmatrixeffect). Daarnaast kunnen ook bepaalde productie- en bereidingsprocessen het cardiovasculaire risico van producten wijzigen in vergelijking met hun risico-inschatting op basis van louter hun nutritionele samenstelling (4).

Het gezondheidseffect van voedingsmiddelen als geheel is dus niet noodzakelijk de optelsom van de nutriënten die ze bevatten. Een reductionistische focus op enkel de nutritionele samenstelling riskeert dat mogelijke gezondheidseffecten van voedingsmiddelen als geheel en in hun natuurlijke vorm over het hoofd worden gezien.

De voedingsmatrix wint aan belang
 

Tabel 1: Voedingsaanbevelingen voor volwassenen in het kader van primaire preventie van cardiovasculaire aandoeningen zijn conform de 12 prioriteiten van de Belgische ‘Food Based Dietary Guidelines’ (2). Verdere aanpassingen op maat van de individuele patiënt kunnen nodig zijn.

 

Belang van vezels

Een hogere totale inname van vezels is geassocieerd met een lager risico op coronaire hartziekten, beroerte en diabetes type 2. Ter preventie van cardiovasculaire aandoeningen wordt er aangeraden om 30 g voedingsvezels per dag in te nemen via de voeding en vooral via volle graanproducten, groenten en fruit (5).

Hoewel het achterliggende mechanisme nog niet volledig is uitgeklaard, is intussen wel bekend dat een hoge vezelinname de postprandiale glucoserespons na een koolhydraatrijke maaltijd vermindert en het triglyceridegehalte verlaagt (6). Dit gunstige effect vervalt bij maaltijden rijk aan geraffineerde koolhydraten zonder vezels.

Dit vezeleffect is minder duidelijk voor vezels uit groenten en fruit, maar de consumptie van groenten en fruit blijkt toch een beschermend effect te hebben tegen cardiovasculaire aandoeningen. Groenten en fruit zijn tevens een belangrijke bron van kalium, dat een gunstige invloed heeft op de bloeddruk en geassocieerd is met een lager risico op beroerte (6).

 

De meerwaarde van vis

Het gunstige effect van vis op cardiovasculaire aandoeningen wordt vooral toegeschreven aan de omega 3-vetzuren (EPA en DHA) in vis. Deze relatie tussen de visinname en het cardiovasculaire risico is echter niet lineair. Vooral mensen die geen of zeer weinig vis eten vertonen meer risico. Dat betekent dat een kleine toename van de algemene visconsumptie mogelijk al een grote impact kan hebben op de volksgezondheid. De voordelen van visoliesupplementen ter bescherming van cardiovasculaire events zijn vooralsnog niet bewezen (6).

 

Melkproducten: volle of magere?

Melk en melkproducten dragen bij tot de inname van verzadigd vet dat de LDL-cholesterol kan verhogen. De totale inname van verzadigd vet moet lager zijn dan 10 energie%. Uit onderzoek blijkt echter dat er geen associatie is tussen het gebruik van melkproducten en cardiovasculaire aandoeningen en dat zowel magere als volle melkproducten conform de aanbevolen hoeveelheden kunnen worden gebruikt (2).

Voor gefermenteerde melkproducten zoals kaas en yoghurt vindt men zelfs een omgekeerd verband met het cardiovasculaire risico. De gezondheidseffecten van zuivel lijken dus eerder samen te hangen met de complexe karakteristieken van de verschillende zuivelproducten (verschillende nutritionele samenstellingen, verschillende structuren en al dan niet gefermenteerd) dan louter met hun vetgehalte. Yoghurt en kaas bevatten naast diverse verzadigde vetzuren ook wei- en caseïne-eiwitten, calcium, fosfor, fosfolipedecomponenten van het melkvetglobulemembraan, bioactieve peptiden, korteketenvetzuren en vitamine K2 (7,8,9).

Volle melk en melkproducten leveren wel meer calorieën. Hiermee moet rekening worden gehouden met het oog op een gezond gewicht. In het algemeen worden nog halfvolle melk en melkproducten, bij voorkeur ook zonder toegevoegde suiker of zoetstoffen, aangeraden in een gezonde voeding (10).

Melk en melkproducten zonder meer uit de voeding schrappen en niet volwaardig vervangen kan ten slotte aanleiding geven tot voedingstekorten (2). Ook dat laatste blijft een belangrijk aandachtspunt richting patiënten.

 

Vlees mag, maar kleine porties volstaan

Vlees past in een gezonde voeding als goede bron van efficiënt biobeschikbare eiwitten, ijzer en zink. Vers vlees krijgt de voorkeur boven bewerkt vlees en kleine porties volstaan (tabel 1). Vooral bewerkt vlees is in verband gebracht met een verhoogd cardiovasculair risico. De precieze reden hiervoor is nog niet helemaal duidelijk.

Naarmate vlees meer vet bevat, bevat het ook meer verzadigde vetzuren. Mager vlees met minder dan 3 g vet per 100 g bevat echter nog maar weinig verzadigd vet. Andere componenten in vlees spelen mogelijk ook een rol zoals heemijzer en nitraat/nitriet in vleeswaren. Bewerkt vlees kan ook veel zout bevatten. Het achterliggende mechanisme vergt dus bijkomend onderzoek (4).

Gevogelte lijkt relatief neutraal voor het cardiovasculaire risico en krijgt de voorkeur boven rood vlees (4,10). Wie vlees uit de voeding schrapt, wordt aangeraden om het te vervangen door geschikte vleesvervangers zoals vis, eieren en peulvruchten. Wie kant-en-klare vleesvervangers kiest, moet evenzeer beducht zijn voor te veel verzadigd vet en zout.

 

Frisdranken zoveel mogelijk beperken

Gesuikerde frisdranken dragen in belangrijke mate bij tot de totale energie-inname. In België is dat vooral het geval bij mannelijke tieners en jongvolwassenen (gemiddeld bijna 270 ml per dag) (11). Regelmatig frisdranken drinken is geassocieerd met een hoger risico op cardiovasculaire aandoeningen (6).

 

Hartvriendelijke voedingspatronen

Voorbeelden van wetenschappelijk onderzochte voedingspatronen zijn het DASH-voedingspatroon en het mediterrane voedingspatroon. Deze voedingspatronen zijn geassocieerd met een lager cardiovasculair risico, mogelijk omdat zij worden gekenmerkt door een hogere consumptie van groenten, fruit, volle graanproducten, magere zuivelproducten en vis, een regelmatige consumptie van noten en peulvruchten, een lagere consumptie van rood vlees, bewerkt vlees, geraffineerde graanproducten en producten met toegevoegde suikers en een matige consumptie van alcohol (2).

Op basis van deze principes hebben ook andere regio’s hun eigen voedingspatroon ontwikkeld, bijvoorbeeld het ‘Nordic diet’ in de Scandinavische landen. Hierbij hebben zij naast een meer holistische kijk op het effect van voeding op onze gezondheid eveneens rekening gehouden met lokale ecologische en culturele aspecten. Dat bevordert de kans op veranderingen van het eetgedrag op lange termijn.

De studie van voedingspatronen en gezondheidsuitkomsten is echter niet evident. Het wordt  beïnvloed door beperkingen in de methodologie (exacte bepaling van het voedingspatroon) en in de uitvoering ervan (advies over een patroon versus ‘feeding trials’) (2).

Het gebruik van voedingssupplementen is doorgaans overbodig en dus ook geen algemeen advies, tenzij de arts het om specifieke redenen bij bepaalde personen nodig acht (12).

 

Rol van de diëtist

Een goede ondersteuning en bevordering van zelfmanagement bij de patiënt is belangrijk. De patiënt moet alle informatie goed begrijpen, ook die over voeding. De diëtist kan hem hierin begeleiden en de voeding waar nodig verder op maat aanpassen in functie van specifieke risicofactoren.

 

KOMPASSEN: ondersteunend materiaal voor in de praktijk

De KOMPASSEN evidence-based handelen zijn een wegwijzer bij het zoeken naar recente richtlijnen, point-of-care-informatiebronnen en praktijkmateriaal rond bepaalde voedingsgerelateerde thema’s uit de klinische diëtetiek.

KOMPAS evidence-based handelen
'Voedings- en levensstijladviezen in het kader van cardiovasculair risicobeheer bij volwassenen'

 

Referenties

 

  1. Sciensano. Sterfte en Doodsoorzaken: Doodsoorzaken, Health Status Report, 2 Aug 2023, Brussel, België, https://www.gezondbelgie.be/nl/gezondheidstoestand/sterfte-en-doodsoorzaken/algemene-sterfte-naar-doodsoorzaak
  2. Hoge Gezondheidsraad. Voedingsaanbevelingen voor de Belgische volwassen bevolking met een focus op voedingsmiddelen - 2019. Brussel: HGR; 2019. Advies nr. 9284 - https://www.health.belgium.be/nl/advies-9284-fbdg-2019
  3. Johal, J. Evidence Summary. Cardiovascular Disease (Secondary Prevention): Dietary Advice. The JBI EBP Database. 2021; JBI-ES-892-1 - https://ebpnet.be/nl/ebsources/6545?searchTerm=cardiovasculaire+preventie+voeding
  4. Mozaffarian D. Dietary and Policy Priorities for Cardiovascular Disease, Diabetes, and Obesity: A Comprehensive Review. Circulation 2016; 133 (2): 187-225 - https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pmc/articles/PMC5407851/pdf/pone.0175149.pdf
  5. Hoge Gezondheidsraad. Voedingsaanbevelingen voor België - 2016. Brussel: HGR; 2016. Advies nr. 9285
  6. Visseren FLJ et al. 2021 ESC guidelines on cardiovascular disease prevention in clinical practice. European Heart Journal 2021; 42: 3227-3337 - https://www.escardio.org/Guidelines/Clinical-Practice-Guidelines/CVD-Prevention-Guidelines
  7. Saturated Fats and Health: A Reassessment and Proposal for Food-Based Recommendations: JACC State-of-the-Art Review. J Am Coll Cardiol 2020; 76 (7): 844-857
  8. Marianne Uhre Jakobsen et al. Intake of dairy products and associations with major atherosclerotic cardiovascular diseases: a systematic review and meta-analysis of cohort studies. Nature Research 2021; 11: 1303 - https://www.nature.com/articles/s41598-020-79708-x /
  9. Kongerslev Thorning T. et al. Whole dairy matrix or single nutrients in assessment of health effects: current evidence and knowledge gaps. Am J Clin Nutr 2017; 105 (5): 1033-1045 - https://academic.oup.com/ajcn/article/105/5/1033/4569873
  10. Vlaams Instituut Gezond Leven. De voedingsdriehoek. Beschikbaar via https://www.gezondleven.be/themas/voeding.
  11. Ost C. Restgroep. In: Bel S, Tafforeau J (ed.). Voedselconsumptiepeiling 2014-2015. Rapport 4. WIV-ISP, Brussel, 2016
  12. Nederlands Huisartsengenootschap NHG-Standaard. Cardiovasculair risicomanagement (M84). Versie 4.0, juni 2019 - https://richtlijnen.nhg.org/standaarden/cardiovasculair-risicomanagement#volledige-tekst-literatuur
     

Lees meer

Veel voorkomende vragen bij hart- en vaatziekten

Veel vragen lijken triviaal maar ze leven wel degelijk bij patiënten met cardiovasculair lijden. Duidelijk en eenduidig advies is belangrijk. De cardiodiëtisten van UZ Leuven spreken uit ervaring.

Tips om minder zout te eten

Te veel zout (natrium) in de voeding verhoogt het risico op hoge bloeddruk. Hoe kunnen we lekker eten met minder zout?

Hartvriendelijke voeding - Tips en tricks voor gezonde hart- en bloedvaten
Gratis Materiaal

Hartvriendelijke voeding - Tips en tricks voor gezonde hart- en bloedvaten

Staat je bloeddruk te hoog of heb je te veel cholesterol? Aangepaste eetgewoonten kunnen de risicofactoren op hart- en vaatziekten gunstig beïnvloeden.

OP DEZE PAGINA