Hieronder enkele opvallend resultaten voor het voedingsbeleid uit de zevende preventiepeiling uitgevoerd in 2022. In vergelijking met de resultaten van de bevraging van 2019 lijkt de aandacht voor gezonde voeding in de lessen afgenomen maar is er op andere punten wel vooruitgang geboekt.
Voedingsbeleid van de scholen scoort goed
Een preventief gezondheidsbeleid omvat best vier preventiestrategieën: educatie, omgevingsinterventies, afspraken en regels, en zorg en begeleiding. Een samenhangend voedingsbeleid omvat acties binnen zoveel mogelijk strategieën.
In de preventiepeiling van 2022 werden binnen elk gezondheidsthema vragen gesteld die betrekking hebben op 1 van de 4 preventiestrategieën en rond een aantal specifieke kwaliteitscriteria. Omdat niet alle kwaliteitscriteria in de peiling (indicatorenbevraging) van 2019 op dezelfde manier werden bevraagd, is het niet altijd makkelijk om conclusies over de evolutie doorheen de jaren te trekken.
Zowel de Vlaamse basisscholen als de secundaire scholen scoren in het algemeen goed voor hun voedingsbeleid: gemiddeld voldoen de basisscholen aan 8 van de 10 basiscriteria voor een kwaliteitsvol voedingsbeleid en de secundaire scholen voldoen gemiddeld aan 7 van de 10 basiscriteria. Slechts 8 % van de basisscholen en 7 % van de secundaire scholen voldoen aan alle of de 10 basiscriteria.
Voedingseducatie krijgt minder aandacht
Voedingseducatie blijft een veel gehanteerde strategie binnen het voedingsbeleid. Dat bleek ook al uit de vorige bevragingen.
In nagenoeg alle basisscholen (96 % versus 99 % in 2019) komt gezonde voeding in de les aan bod. Wel is het percentage basisscholen waar gezonde voeding in elk leerjaar of in elke kleuterklas aan bod komt gedaald (48 % versus 67 % in 2019). Ook het percentage secundaire scholen waar gezonde voeding in elk leerjaar of in verschillend leerjaren aan bod komt is gedaald (87 % versus 95 % in 2019).
Leerkrachten van verschillende leerjaren van zowel basisscholen als secundaire scholen stemmen de lessen, projecten of andere educatieve activiteiten over gezonde voeding nog te weinig op elkaar af en doen dit vandaag zelfs nog minder dan voorheen. Bij heel wat scholen blijft de individuele leerkracht verantwoordelijk voor de inhoud van de voedingseducatie in de klas.
Voedingsaanbod: marge voor verbetering
Het voedingsaanbod (een omgevingsinterventie) is in vergelijking met 2019 op enkele punten verbeterd, maar er blijven belangrijke pijnpunten. Nagenoeg alle scholen (99 % van de basisscholen en 94 % van de secundaire scholen) bieden dagelijks water aan. Leerlingen mogen ook steeds vaker water drinken tijdens de lessen. Basisscholen voorzien geen frisdranken meer met toegevoegde suiker; 22 % van de secundaire scholen doet dat nog wel dagelijks. Ook andere dranken uit het uitdoofbeleid worden in heel wat scholen nooit meer of nog enkel bij specifieke gelegenheden aangeboden.
Het aanmoedigingsbeleid om ongezoete melk of calciumverrijkte sojadrank aan te bieden kent minder succes. Slechts 19 % van de basisscholen en slechts 6 % van de secundaire scholen bieden ze dagelijks aan. In 75 % van de basisscholen en 85 % van de secundaire scholen worden ze nooit aangeboden. Het aanbod aan melk op school neemt jaar na jaar af. Ook het aanbod aan melkproducten zoals yoghurt natuur als tussendoortje is nog zeer beperkt. 90 % van de basisscholen en 83 % van de secundaire scholen voorzien dit nooit in hun aanbod.
Groenten en fruit zijn steeds vaker beschikbaar als tussendoortje maar dat moet nog verder worden uitgebreid. Van de basisscholen biedt 21 % (slechts 8 % in 2019) dagelijks vers fruit en 20 % verse groenten (16 % in 2019) aan als tussendoortje. Van de secundaire scholen gaat het respectievelijk om 21 % en3 %. Basisscholen bieden vaker dan secundaire scholen 1 keer per week vers fruit aan (respectievelijk 42 % en 11 %). Dit is mogelijk te danken aan het project ‘Oog voor Lekkers’. Koeken met chocolade zijn volledig verdwenen uit het dagelijkse tussendoortjesaanbod in basisscholen, maar zijn nog wel dagelijks in 15 % van de secundaire scholen te verkrijgen.
De kwaliteit van de warme maaltijden, die leerlingen op school kunnen eten, kan nog beter. Net als in 2019 biedt maar ongeveer de helft van de scholen een volwaardige groenteportie aan bij de warme maaltijd. Acht op de 10 basisscholen bieden minder dan 1 keer per week gefrituurde aardappelproducten aan. In 18 % van de basisscholen staan ze nog wekelijks op het menu. De meerderheid van de secundaire scholen (63 %) biedt ze nog wekelijks aan.
Aandacht voor zorg en begeleiding van leerlingen met bijzondere voedingsnoden
Net als in 2019 werd bevraagd of scholen procedures hebben voor het signaleren van leerlingen met bijzondere noden rond voeding (bv. diabetes, voedselallergieën) en of ze een taak opnemen in de begeleiding (intern of extern) van leerlingen met eetproblemen (bv. overgewicht, een eetstoornis). De meerderheid van de scholen (90 % van de basisscholen en 78 % van de secundair scholen) beschikken over procedures voor het signaleren van leerlingen met bijzondere voedingsnoden. Vooral basisscholen besteden hier steeds meer aandacht aan (een stijging van 7 %). Een groot deel van de scholen neemt ook een taak op in de begeleiding van leerlingen met eetprobleem. Ze doen hiervoor vaak beroep op externen met de juiste expertise.
Lees meer
Rol van de school bij bevorderen gezond eetgedrag
Een effectief voedingsbeleid op school dat inzet op meerdere pijlers, helpt kinderen en jongeren gezonder te eten.
Gezond voedings- en drankenaanbod op school
Gezond eten en drinken op school is slechts mogelijk als er een evenwichtig aanbod aan voeding en dranken is.
Het land van Calcimus
Educatief spelproject voor de lagere school om op een leuke, niet belerende manier te werken over gezonde voeding.