Wat zijn eiwitten?
Eiwitten zijn belangrijke structurele en functionele bestanddelen van het lichaam. Zij komen voor in elke cel van het lichaam. Het lichaam bestaat voor meer dan 18 % uit eiwitten, vooral in de skeletspieren maar ook in de huid, het bloed en de viscerale organen.
Waaruit bestaan eiwitten?
Eiwitten zijn opgebouwd uit ketens van aminozuren die aan elkaar gekoppeld zijn via peptidebindingen. Er zijn ongeveer 20 verschillende aminozuren. Een aminozuur bevat een aminegroep (NH2) en een carboxylgroep (COOH). Daarnaast beschikt elk aminozuur over een specifieke zijtak die mee de karakteristieke eigenschappen bepaalt.
De samenstelling, volgorde en structuur van de aminozuurketens verschilt per eiwit. Daardoor is elk eiwit uniek. Om de verschillende eiwitten die het lichaam nodig heeft te kunnen aanmaken is elk aminozuur in de juiste verhouding en hoeveelheid nodig. Wanneer er te weinig van een bepaald aminozuur aanwezig is om een bepaald eiwit te kunnen vormen, spreekt men van het limiterende aminozuur. Te weinig van het limiterende aminozuur betekent dus dat het betreffende eiwit niet kan worden aangemaakt.
Sommige eiwitten bevatten ook afgeleiden van aminozuren (bv. hydroxylisine is een gehydroxyleerd derivaat van lysine). Complexe of geconjugeerde eiwitten bevatten naast aminozuren nog andere groepen, bijvoorbeeld glycoproteïnen met een koolhydraatgroep en lipoproteïnen met een lipidengroep.
Aminozuren
Van de 20 aminozuren kan ons lichaam er 11 zelf aanmaken (niet-essentiële aminozuren). Negen aminozuren zijn essentieel: ons lichaam kan ze niet zelf aanmaken, ze moeten via de voeding worden aangebracht.
Essentiële aminozuren: fenylalanine, histidine, isoleucine, leucine, lysine, methionine, threonine, tryptofaan en valine. Histidine blijkt alleen tijdens de groei essentieel.
Semi-essentiële aminozuren: arginine, glutamine, glycine, proline, cysteïne en tyrosine. Zij kunnen in principe door het lichaam zelf worden aangemaakt op basis van een ander aminozuur (bv. glutamine en proline uit glutaminezuur, cysteïne uit methionine, tyrosine uit fenylalanine).
In bepaalde omstandigheden, zoals bij sommige aandoeningen en ziektes, kan de behoefte de synthesecapaciteit overtreffen waardoor aanvulling via de voeding noodzakelijk is.
Niet-essentiële aminozuren: alanine, asparagine, asparaginezuur, serine en glutaminezuur.
Waarvoor hebben we eiwitten nodig?
De talrijke eiwitten in ons lichaam, met elk een eigen aminozuurpatroon, vervullen verschillende functies. Ze dragen bij tot de groei, het onderhoud en het herstel van lichaamsweefsels (bv. botten, spieren, huid, bloedvatwanden) en zijn betrokken in talrijke metabole interacties. Ze zijn nodig voor de werking van enzymen en hormonen en voor de aanmaak van neurotransmitters, antilichamen en andere belangrijke stikstofbevattende moleculen. Zij kunnen ook als energiebron worden gebruikt: 1 g eiwit levert zo’n 4 kcal. Dat gebeurt vooral als het lichaam over te weinig energie (glucose) beschikt of als men veel meer eiwitten inneemt dan het lichaam nodig heeft.
Hoeveel eiwitten per dag?
De eiwitten in ons lichaam worden continu opgebouwd en weer afgebroken tot hun primaire bouwstenen, de aminozuren. De snelheid van deze eiwitomzetting is sterk verschillend naargelang het weefsel, de leeftijd en de fysieke conditie. In een volwassen lichaam wordt dagelijks 3 tot 3,5 g eiwit per kg lichaamsgewicht omgezet. Het grootste deel van de vrijgestelde aminozuren wordt opnieuw benut, terwijl een ander deel verder wordt afgebroken voor de productie van glucose, vet en energie of wordt uitgescheiden. Deze verliezen moeten via de voeding worden gecompenseerd.
Als de eiwitinname of de inname van essentiële aminozuren faalt, zal het lichaam meer eigen eiwitbevattende weefsels (spiermassa) afbreken om het tekort op te vangen. Een nettoverlies aan lichaamseiwitten is een ongunstig teken: het wijst op een sterk verminderde voedings- en eiwitinname of op een pathologische katabole toestand.
Meer lezen over hoeveel eiwitten per dag
Wat zijn bronnen van eiwitten in de voeding?
Eiwitten komen voor in tal van voedingsmiddelen, zowel dierlijke als plantaardige. Dierlijke eiwitbronnen zijn vlees, vis, eieren, melk en melkproducten. Plantaardige eiwitbronnen zijn peulvruchten, sojaproducten (behalve sojaolie en sojascheuten), noten en graanproducten zoals brood, deegwaren en rijst en in mindere mate aardappelen en groenten.
- Hoge Gezondheidsraad. Voedingsaanbevelingen voor België - 2016. Brussel: HGR; 2016. Advies nr. 9285
- S. De Henauw, V. De Preter, C. Matthys, A. Meulemans, E. Vanhauwaert, K. Van Landeghem, M. Van Loo. Handboek Voeding: van basisconcepten tot metabolisme. 2017 Acco, Leuven. ISBN 978-94-6292-758-2
- H. De Geeter. De FAO beveelt een nieuwe methode voor de evaluatie van de eiwitkwaliteit aan. Nutrinews nr 2, juni 2013 - ook te raadplegen via www.nice-info.be > Nutrinews
- D. Tomé. Les besoins des enfants et la question de l’apport en protéines. Milk & Health Seminar. Brussel, 1 juni 2011 – Tabel 5 adapted from WHO/FAO/UNU 2007, AFSSA 2007, Michealsen et al 2009
Lees meer
Hoeveel eiwitten per dag?
Hoeveel eiwitten per dag hebben we nodig en waarop moeten we letten?
Hoe wordt de kwaliteit van een eiwit bepaald?
Voor de evaluatie van de kwaliteit van eiwitten wordt meestal de PDCAAS-methode gebruikt. Een andere, meer recente ontwikkelde maat voor de eiwitkwaliteit is de DIAAS-methode.
INFOGRAFIEK - Eiwitten in de voeding
Eiwitten zijn nodig voor het lichaam. Wat zijn eiwitten? Wat is de aanbevolen dagelijkse hoeveelheid en waar vinden we ze in de voeding?