leestijd

Restjes bewaren en bereiden

Het gebeurt wel vaker. Na de maaltijd kom je tot de vaststelling dat niet alles op is. Dit is echter geen reden om restjes en overschotjes naar de vuilnisemmer te verwijzen. Je kan de restjes nog bewaren en op een later tijdstip opeten. Zo vermijd je voedselverspilling.

Restjes bewaren

Koel de restjes zo snel mogelijk af en zet ze binnen het uur in de koelkast. Warme gerechten kan je snel afkoelen door de pan met restjes in een bak met koud water en ijs te plaatsen en regelmatig te roeren.
Dek de restjes pas af nadat ze zijn afgekoeld. Zo voorkom je condensatie op het deksel.
Bewaar restjes nooit in de kom of pan waarin het gerecht werd bereid, maar bewaar ze afgekoeld en afgedekt in een goed schoongemaakt bewaarbakje.
Gebruik propere lepels om de restjes over te brengen.
Vries restjes waarvan je weet dat ze niet onmiddellijk kunnen worden opgegeten, dadelijk in en noteer de datum op het bewaarbakje.
Bewaar restjes niet langer dan 2 dagen in de koelkast (4 °C) en maximaal 3 maand in de diepvries (-18 °C).
Als een restje te lang werd bewaard of als het er minder betrouwbaar uitziet of ruikt, proef er dan niet van en gooi het direct weg.

Restjes bereiden

Was altijd grondig je handen alvorens je start met de bereiding van een maaltijd.
Ontdooi ingevroren restjes in de koelkast of in de microgolfoven. Nooit op kamertemperatuur.
Verwarm restjes door en door alvorens ze op te dienen. Roer daarbij goed door het voedsel om zeker te zijn dat alles voldoende wordt verwarmd. Ook bij de microgolfoven.
Meng geen vers voedsel onder de restjes bij het opwarmen.
Warm de restjes ook maar één keer op. Wacht na het opwarmen van restjes niet te lang alvorens ze te consumeren.