Op 17 december 2016 is een belangrijk tijdperk aangebroken. Een tijdperk waarin de gezondheidsbevordering en ziektepreventie een nieuwe weg zijn ingeslagen. Toegegeven, dat klinkt redelijk spectaculair. Maar toch is het waar. Startpunt was de Gezondheidsconferentie Preventie die Vlaams minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin Jo Vandeurzen organiseerde in Gent.
De koerswijziging zit hem in het formeel omarmen en tot uitvoer brengen van het begrip ‘health is in all policies’. Dat begrip bestaat al lang en is reeds uitgebreid in beleidsteksten terug te vinden. Maar nu wordt het ook concreet gemaakt. En dat was hoog nodig.
Eerdere gezondheidsdoelstellingen zijn nog niet waargemaakt
Op de gezondheidsconferentie bleek al gauw dat verschillende gezondheidsdoelstellingen die het beleid voor de periode 2009-2015 had geformuleerd, niet of maar gedeeltelijk zijn waargemaakt. Enkele voorbeelden: inzake voeding en beweging zijn er lichte trends in de goede richting, maar er wordt maar sporadisch een doel gehaald. Jongens bewegen iets meer dan pakweg 5 jaar geleden, bij meisjes gaat het achteruit. Volwassenen bewegen iets meer dan vroeger, maar eten gemiddeld ongezonder. Het bilan vandaag: 54 % van de mannen, 42 % van de vrouwen en 16,5 % van de jeugd in Vlaanderen kampen met overgewicht of obesitas. Het tabaksgebruik stagneert, het alcoholgebruik neemt toe.
Heeft het beleid gefaald?
Wat was er al die jaren aan de hand? Heeft het beleid gefaald? De strategieën en campagnes waren nochtans ‘evidence based’. De deskundigheid van gezondheidspromotoren staat buiten kijf. Partnerorganisaties zoals Eetexpert, het Vlaams expertisecentrum voor alcohol, illegale drugs, psychoactieve medicatie, gokken en gamen (VAD) en het Vlaams instituut voor gezondheidspromotie en ziektepreventie (VIGeZ) gaven de nodige ondersteuning en haalden alles uit de kast. En toch…. Het lijkt wel dweilen met de kraan open! Hoe zeer men ook zijn best deed en doet, de verbetering is pover.
Er moest iets gebeuren
En zo geschiedde. Minister Vandeurzen hield een vurig pleidooi voor de concrete totstandbrenging van de fameuze ’health is in all policies’-slogan. Hij overtuigde zijn collega-ministers ervan om gezondheidsbevordering ‘au sérieux’ te nemen in elk van hun beleidsdomeinen. Zij passeerden stuk voor stuk de revue om de goegemeente er in mooie bewoordingen van te verzekeren dat ook zij de impact op de gezondheid van de mensen ernstig nemen in hun beleid. Maar mooie woorden zijn natuurlijk niet voldoende. De minister zal daarom ook protocollen sluiten met zijn collega’s over wat er zoal concreet kan en moet gebeuren.
Consistente gezondheidssignalen in diverse settings
Cruciaal in het verhaal is dat ieder van ons gedurende een dag, een week of een maand in verschillende levensdomeinen vertoeft of kan vertoeven: op school, op het werk, in de sportclub of gewoon thuis. De manier waarop we in al die settings met gezondheidssignalen in aanraking komen, is cruciaal. Informatie en motivatie moeten daarom op een consistente manier aan de man of vrouw worden gebracht. Mogelijke problemen moeten sneller aan het licht komen en de nodige opvolging krijgen. Er moeten duidelijke regels en afspraken zijn. Het zit allemaal in de plannen, inclusief de bedoeling om ook de professionele zorgverleners (bv. artsen, tandartsen, apothekers, diëtisten, kinesisten, ergotherapeuten) veel nauwer bij al die strategieën te betrekken.
De omgeving
Maar het allerbelangrijkste is de omgeving. Als die aanzet tot weinig bewegen of ongezond eten en aan verslavingen een podium blijft geven, dan mist men de basis. Volgens internationale ‘meta-reviews’ van de bestaande literatuur bestaan de allerbeste investeringen die men kan maken in het gehele gezondheidsbeleid uit veranderingen in de omgeving waarin we leven. Daarom is 17 december 2016 zo’n mijlpaal: de omgeving, elke omgeving waarin we vertoeven, komt voorop te staan. De kraan wordt hersteld en de dweilen worden beter door de consistente aanpak over de beleidsdomeinen heen.
Proportioneel universalisme
Men gaat resoluut voor wat men algemeen benoemt als proportioneel universalisme: inzetten op universele preventiestrategieën (zoals hierboven omschreven) maar met een schaal en intensiteit die evenredig is aan de nood van de doelgroep. Want ook dat is een pijnlijke vaststelling vandaag: zij die het sociaaleconomisch het zwaarst hebben, leven ook ongezonder en worden veel minder betrokken bij alle initiatieven om er iets aan te doen. Ook dat zal dus veranderen, met proportioneel meer inspanningen voor hen.
‘Health in all policies’ en ‘all policies in health’
Kiest de minister voor de gemakkelijkheidsoplossing? ‘Health in all policies’ impliceert immers dat de collega’s er werk van moeten maken. Neen, integendeel. ‘Health in all policies’ betekent ook ‘all policies in health’. De minister en zijn medewerkers, het Vlaams Agentschap Zorg en Gezondheid en de eerder genoemde partnerorganisaties zullen constant de verantwoordelijken in de andere domeinen moeten opvolgen en aanporren. Ze zullen constant de consistentie moeten nastreven. Een jaarlijkse opvolging van de cijfers en het beleid waar nodig bijsturen is belangrijk. Einddoel: een gezondere Vlaming tegen 2025. Maar zolang gaan we uiteraard niet wachten.