‘Meet the Expert’-sessies
Gezond eten gaat over nutritioneel volwaardig eten, maar mag evenmin voorbijgaan aan lekker eten, genieten van eten en het verhaal achter ons voedsel. Met de ‘Meet the Expert’-sessies brengt NICE naar aanleiding van een bepaald onderzoek of een belangwekkende topic een multidisciplinaire groep van voedings- en gezondheidsexperten samen om kennis, inzichten en ervaringen te delen en van elkaar te leren.
7 KERNBOODSCHAPPEN OM TE DELEN
- Voldoende zuivel verwerken in de voeding resulteerde in 11% minder valpartijen, 33% minder botbreuken en 46% minder heupfracturen. Dat bleek uit een unieke 2 jaar durende voedingsinterventiestudie bij meer dan 7000 bewoners in Australische woonzorgcentra. De verklaring van deze opmerkelijke resultaten was minder risico op ondervoeding en een beter onderhoud van de spiermassa en botdensiteit dankzij een dagelijkse geoptimaliseerde inname van calcium (1100 mg) en eiwitten (1,1 g/kg lichaamsgewicht) dankzij 3,5 porties zuivel. De energie-inname bleef vergelijkbaar.
- Het is belangrijk om nutriëntdens voedsel aan te bieden aan ouderen in woonzorgcentra. Het is ook belangrijk om voedsel aan te bieden dat ze lekker vinden en waarmee ze vertrouwd zijn. Voeding heeft geen waarde als ze niet wordt gegeten. Melk en melkproducten brengen zowel veel calcium als eiwitten aan, zijn qua smaak en gebruik vertrouwde producten voor veel ouderen en ze kunnen op veel verschillende manieren in de voeding worden verwerkt en aangeboden zonder het volume van het geserveerde voedsel te vergroten. Fragiele ouderen zijn doorgaans kleine eters.
- Opgeleide chefs in de zorg moeten meer betrokken worden bij de zorg. Hun expertise om in samenwerking met diëtisten lekkere maaltijden te maken die aansluiten bij de noden en de verwachtingen van de bewoners van woonzorgcentra is uiterst waardevol. Voeding kan zo bijdragen tot meer genieten en meer kwaliteit van leven.
- Kleine, eenvoudige aanpassingen in de voeding kunnen al het verschil maken. Om menuplanningen praktisch en werkbaar te maken moet men meer focussen op voedingsmiddelen en minder op nutriënten. Aan de hand van een eenvoudig overzicht van het eiwit- en het calciumgehalte in praktische en ingeburgerde gebruiksmaten van voedingsmiddelen (bv. een hand, een lepel, een klontje), kunnen chefs zelf makkelijk bepalen hoe ze extra’s in hun menu’s kunnen integreren.
- Wat op het bord ligt, is belangrijk. Maar ook de omgeving rond het bord (sfeer, tijd, prikkels, de nodige begeleiding voor wie niet meer zelfstandig kan eten) bepaalt wat er uiteindelijk wordt gegeten. Maaltijdcoaches en magazines met inspirerende praktijken kunnen helpen om dit beter aan te pakken.
- Wat geldt voor ouderen in woonzorgcentra geldt ook voor hulpbehoevende ouderen die nog zelfstandig wonen.
- Investeren in goede voeding betekent investeren in meer levenskwaliteit. Het kan de nood aan dure medicatie en suppletie maar ook aan hoog oplopende ziekte- en zorgkosten helpen voorkomen of verminderen.
Proef van de sfeer. Bekijk de video.
Dr. Sandra Iuliano (University of Melbourne, Australia) voerde een unieke twee jaar durende voedingsinterventiestudie uit met het oog op minder valincidenten en fracturen in woonzorgcentra. Heupfracturen maken 42% uit van alle fracturen in woonzorgcentra. Zij zorgen voor extra ziektelast en -kosten voor zowel het gezondheidssysteem als voor de woonzorgcentra, ook in België.
Meer dan 7000 bewoners van 60 Australische woonzorgcentra namen deel aan het onderzoek. Zij kregen allemaal een vitamine D-suppletie. De interventiegroep kreeg 3,5 porties zuivel per dag in vergelijking met de gangbare 2 porties zuivel in de controlegroep. Extra zuivel verwerken in de voeding resulteerde in 11% minder valpartijen, 33% minder botbreuken en 46% minder heupfracturen. De globale mortaliteit bleef gelijk maar de algemene levenskwaliteit verbeterde door minder valpartijen en fracturen.
Goed om te weten
- België behoort tot de koplopers wat het aantal heupfracturen betreft.
- 30% van alle heupfracturen komen voor in woonzorgcentra.
- De valfrequentie bij ouderen in woonzorgcentra ligt vijf keer hoger dan bij ouderen van dezelfde leeftijd die nog zelfstandig wonen.
- Veel ouderen komen terecht in een woonzorgcentrum na een valincident thuis.
Minder fracturen en valincidenten door minder ondervoeding
De verklaring van deze opmerkelijke resultaten was minder risico op ondervoeding en een beter onderhoud van de spiermassa en botdensiteit in de interventiegroep dankzij een dagelijkse geoptimaliseerde inname van calcium (1100 mg) en eiwitten (1,1 g/kg lichaamsgewicht). De energie-inname bleef vergelijkbaar. Zuivel verving vooral nutriëntarme snacks zoals koeken en cakes.
De meerkost voor voldoende zuivel in het onderzoek bedroeg minder dan 0,6 Euro per bewoner per dag. De ziekte- en zorgkosten ten gevolge van een heupfractuur werden eveneens berekend en bedroegen in totaal ruim 22.000 Euro per bewoner.
Sabine Boerjan, Expertisecentrum Dementie Paradox
‘Het onderzoek van Dr. Iuliano wijst op zoiets eenvoudigs en makkelijk: een extra glas melk of kommetje yoghurt geven om ondervoeding te helpen tegengaan. Deze aanpak sluit ook goed aan bij onze boodschap over hoe om te gaan met dementie. Hou het eenvoudig en doe het gewoon. Doe zo normaal mogelijk zoals we het ook thuis zouden doen. Eet wat we thuis zouden eten en blijf dat zo lang mogelijk doen.’
Sabine Boerjan van het Expertisecentrum Dementie Paradox zet verschillende kanalen in voor meer aandacht voor de voedingszorg bij mensen met dementie: een boek ‘Als eten een zorg wordt’, training van maaltijdcoaches en magazines met inspirerende maaltijdpraktijken. Alle info is niet noodzakelijk ‘evidence-based’ maar vooral ‘practice-based’.
Voeding is veel meer dan enkel nutriënten
Het succes van deze interventiestudie schrijft Dr. Iuliano vooral toe aan het feit dat de voedingsinterventie lange tijd kon worden volgehouden dankzij de juiste aanpak. De juiste aanpak betekent veel belang hechten aan inspraak van bewoners, koks en het zorgpersoneel van woonzorgcentra. Dit is cruciaal om een ingebakken mentaliteit en vaste gewoonten te keren en voedingsinterventies ook op lange termijn op een haalbare en succesvolle manier in de dagelijkse werking te kunnen integreren en het nieuwe normaal te laten worden.
Dr. Iuliano koos voor melk en melkproducten als interventiemaatregel omdat ze zowel veel calcium als eiwitten aanbrengen, omdat ze qua smaak en gebruik vertrouwde producten zijn voor veel ouderen en omdat ze op veel verschillende manieren in de voeding kunnen worden verwerkt en aangeboden zonder het volume van het geserveerde voedsel te vergroten. Fragiele ouderen zijn doorgaans kleine eters. Veel ouderen moeten vaak al veel medicatie innemen.
Voedingssupplementen en bijvoedingen worden vaak opgestart maar na enige tijd dikwijls weer opgegeven of niet regelmatig ingenomen. Dr. Iuliano wil het aantal supplementen beperken en zoveel mogelijk ‘bijvoeden’ via aangename voedingsmomenten op maat van zowel bewoners als zorg- en keukenpersoneel. Dat loont maar vergt ook de nodige aandacht en samenwerking op verschillende vlakken.
Lien Van den Broeck, onderzoeker voeding en gezondheid aan de Hogeschool VIVES en actief lid van de NuHCaS (Nutrition Health Care System)-board
‘Zorgverleners zijn doorgaans meer vertrouwd met voedingsmiddelen dan met nutriënten. Meer focus op voedingsmiddelen kan bijdragen tot meer herkenning, bewustzijn, appreciatie en integratie.'
Lien Van den Broeck stelde het NuHCaS-project voor dat de brug wil slaan tussen voedselproductie en gezondheid en welzijn. Door middel van evidence-based onderzoek streeft NuHCaS naar een nauwere samenwerking tussen de voedings- en de zorgsector. Het uiteindelijke resultaat beoogt smakelijke en voedzame maaltijden alsook acties mét en op maat van de zorg.
Hoe heeft Dr. Iuliano de voedingsinterventie praktisch aangepakt?
- In elk woonzorgcentrum in de interventiegroep werd het menu in overleg met diëtisten en op maat van elk woonzorgcentrum aangepast.
- Aansluitend bij de wensen en de verwachtingen van de bewoners.
Er werd ook bij de familie van de bewoners navraag gedaan over wat ze thuis gewend waren om te eten en wat ze al dan niet graag lusten. Zeker ook bij dementie is het belangrijk om voedingsmiddelen en maaltijden aan te reiken die ze herkennen en waarmee ze vertrouwd zijn vanuit hun verleden of sinds hun jeugd. Een blokje kaas wordt doorgaans herkend als iets vertrouwd, een supplement of een flesje bijvoeding niet.
- Rekening houdend met de competenties, de vaardigheden, de kookfaciliteiten en de gebruikelijke manier van koken van de koks (bv. met of zonder melkpoeder, haalbare recepten voorzien met producten waar ze graag mee koken). Wat niet haalbaar is of wat koks zelf niet wenselijk vinden, wordt niet volgehouden.
- Rekening houdend met de voedselbedeling door het personeel (bv. ver of kort bij de keuken, werkplanning).
- Aansluitend bij de wensen en de verwachtingen van de bewoners.
- Het is belangrijk om nutriëntdens voedsel aan te bieden. Idealiter moet elke hoofdmaaltijd bijvoorbeeld minstens 20 g eiwitten bevatten voor maximale spiereiwitsynthese voor spierbehoud. Doorgaans wordt dit in Australië enkel gehaald bij de warme maaltijd dankzij een stukje vlees of vis. Diëtisten zochten in overleg met de plaatselijke koks van dienst of de cateringdienst naar verschillende manieren om zoveel mogelijk maaltijden op een makkelijke en haalbare manier te verrijken met zuivel. Hierbij werd niet enkel gefocust op hoofdmaaltijden. ‘Verrijkte’ voorafjes (bv. melkpoeder in de soep, kaasplokjes als aperohapjes) en desserts (bv. fruitsla met vla of yoghurt) kunnen eveneens een boost geven. Zij gaan vaak vlotter binnen dan de hoofdmaaltijd zelf. ‘Verrijkte’ tussendoortjes kunnen ook helpen maar niet iedereen eet tussendoortjes. Focus op aanpassingen van maaltijden die door de meerderheid van de bewoners worden genomen.
- Kleine, eenvoudige aanpassingen in de voeding kunnen al veel verschil maken. Om menuplanningen praktisch en werkbaar te maken werd meer gefocust op voedingsmiddelen en minder op nutriënten.
Aan de hand van een eenvoudig overzicht van het eiwit- en het calciumgehalte in praktische en ingeburgerde gebruiksmaten van voedingsmiddelen (bv. een hand, een lepel, een klontje), kunnen chefs zelf makkelijk bepalen hoe ze extra’s in hun menu’s kunnen integreren. Wijs hen op de juiste ingrediënten en voedselgroepen om hun menu’s verder op te bouwen in plaats van op meer software en nutritionele rekenprogramma’s.
Enkele voorbeelden:- puree en soep verrijken met mager melkpoeder;
- een handje kaas toevoegen aan een roerei of aan soep;
- een melk- of kaassaus serveren in plaats van bruine saus;
- een met kaas gegratineerde quiche of lasagne als lunch aanbieden;
- verse fruitsla napperen met enkele lepels vla of yoghurt;
- blokjes kaas aanbieden als snack;
- smoothies met seizoensfruit serveren als ontbijt of vieruurtje;
- een extra portie yoghurt of plattekaas verwerken in het recept van zelfgebakken cake.
De meerwaarde van chefs in de zorg wordt nog onderschat
Het is belangrijk om nutriëntdens voedsel aan te bieden. Het is ook belangrijk om voedsel aan te bieden dat ouderen lekker vinden en herkennen. Voeding heeft geen waarde als ze niet wordt gegeten.
Chefs in de zorg moeten meer betrokken worden bij de zorg. Hun expertise om in samenwerking met diëtisten lekkere maaltijden te maken die aansluiten bij de noden en de verwachtingen van de bewoners van woonzorgcentra is uiterst waardevol. Voeding kan zo bijdragen tot meer genieten en meer kwaliteit van leven.
Zij kunnen met verse en kwaliteitsvolle basis- en seizoensproducten volwaardige en vertrouwde maaltijden op tafel brengen en variatie brengen in de voeding. Brood met noten, pitten en zaden klinkt goed maar kan lastig zijn voor ouderen met gebitsproblemen. Zuivelproducten toevoegen aan recepten kan de smaak en de textuur van voedingsmiddelen veranderen. Ook daar komen de vaardigheden van geschoolde chefs goed van pas. Zij kunnen goede oplossingen bedenken en de recepten waar nodig aanpassen dankzij hun kennis van moderne culinaire systemen en processen. Bijkomende ondersteuning en educatie voor het algemeen keuken- en zorgpersoneel rond het voedingsgebeuren mag evenmin ontbreken.
Lobke Van den Wijngaert, chef gastro-engineering
‘Opgeleide chefs in de voedingszorg moeten professioneel geïntegreerd worden in de zorg. Er wordt nog te weinig naar hen geluisterd. Hoe gezond een maaltijd ook is, als bewoners van woonzorgcentra ze niet smakelijk en appetijtelijk vinden, wordt ze niet opgegeten. Lekker eten conform de voorkeuren en smaken van de bewoners (niet van de chef) moet voorop staan. Vervolgens moet een maaltijd ook gezond, veilig en duurzaam zijn.’
Lobke Van den Wijngaert, chef gastro-engineering, ijvert voor een volwaardige plek van chefs in het centrum van een effectieve en efficiënte voedingszorg die ook rekening houdt met wensen, behoeften en verwachtingen van ouderen met vooral een focus op smaak.
Lekker eten in een fijne omgeving
Wat op het bord ligt, is belangrijk. Maar ook de omgeving rond het bord (sfeer, tijd, prikkels, de nodige begeleiding voor wie niet meer zelfstandig kan eten) bepaalt uiteindelijk ook mee wat en hoeveel er wordt eten.
Kleine, huiselijke leefomgevingen kunnen meer gelijkenissen met de thuissituatie helpen creëren. Gun bewoners voldoende eettijd voor zowel snacks als maaltijden. Je kan mensen geen voedsel opdringen. Het is vooral een kwestie van een goede voeding aan te bieden, beschikbaar en toegankelijk te maken. Zet het daar niet, maar reik het aan. Vermijd verpakkingen die moeilijk open te krijgen zijn. Praat met mensen en moedig hen op de juiste manier aan.
Dit vergt de juiste visie op preventie van ondervoeding en mentaliteit binnen het woonzorgcentrum maar ook de nodige ondersteuning en educatie van het personeel en van vrijwilligers. Opgeleide maaltijdcoaches en magazines met inspirerende praktijken kunnen helpen.
Riet Deckers, Vlaamse Diëtisten Ouderenzorg (VlaDiO)
‘Om na te gaan hoe men de voedingszorg nauwer kan laten aansluiten bij een meer ‘normale’ of vertrouwde vorm van leven en eten wordt er momenteel een kwalitatief onderzoek opgezet naar de noden, de voorkeuren, de barrières en de facilitatoren van het personeel van woonzorgcentra. Wij kijken alvast uit naar de resultaten om multidisciplinair meer gerichte acties te kunnen nemen.’
Goede voeding in de zorg is teamwerk
Als besluit wordt er unaniem opgeroepen om meer samen te werken met wederzijds respect voor ieders rol en expertise. Elke schakel in het voedingsgebeuren is belangrijk en levert zijn specifieke bijdrage: van overheid tot arts en keukenhulp. Alle te nemen stappen moeten beter op elkaar worden afgestemd en bij elkaar worden afgetoetst.
Door meer onderlinge afstemming kunnen meer data verzameld en gedeeld worden om alles in kaart te brengen en bij de overheid te staven wat echt nodig is maar ook om zelf meer doelgerichte acties te nemen op de werkvloer. De familie en de gemeenschap blijven ten slotte belangrijk als spreekbuis van fragiele ouderen. Zo blijft men ook buiten de woonzorgcentra bewust en betrokken.
Sarah Dries, stafmedewerker Malnutritie van het Vlaams Instituut Gezond Leven
‘In onze woonzorgcentra is 13% van de ouderen ondervoed en loopt 50% een kans op ondervoeding. Deze meest recente cijfers dateren reeds van 2013. We missen meer actuele cijfers. Meer screening en acties ter preventie van ondervoeding in woonzorgcentra zijn nodig.’
Sarah Dries gaf meer toelichting bij het huidige voedings- en gezondheidsbeleid in Vlaamse woonzorgcentra. Gezond Leven coördineert het project ‘procesbegeleiding tegen ondervoeding’ en stelt diverse materialen en tools ter beschikking van woonzorgcentra ter preventie van ondervoeding: draaiboeken, richtlijnen en opleidingen voor zorg- en keukenpersoneel. Het belang van een multidisciplinair team voor een succesvolle implementatie wordt hierin ook telkens benadrukt.
Meer beleidsondersteuning voor meer levenskwaliteit
Het beleid moet goede praktijken op basis van ‘evidence based’-onderzoek en ‘evidence based’-practice en de bijhorende educatie van zowel keuken- als zorgpersoneel mogelijk maken via de nodige omkadering en ondersteuning van woonzorgcentra. Alleen zo kan de gezondheid en het welzijn van onze ouderen in de zorg verbeteren. Investeren in goede voeding in de zorg betekent investeren in meer levenskwaliteit. Het kan de nood aan dure medicatie en suppletie helpen voorkomen of verminderen.
Wat geldt voor ouderen in woonzorgcentra geldt ook voor hulpbehoevende ouderen die nog zelfstandig wonen. Hoe vroeger men het risico op ondervoeding en fracturen kan detecteren en keren, hoe beter.
Annelien Desplenter, onderzoeker voeding en gezondheid aan de Hogeschool VIVES
‘Wij hebben de wetenschappelijke literatuur en kennis over de screening en de preventie van sarcopenie vertaald naar eenvoudige, werkbare en praktische richtlijnen op maat van enerzijds lokale dienstencentra en anderzijds zorgprofessionals (verpleegkundigen, huisartsen en kinesisten). Zij kunnen hiermee meteen aan de slag.’
Annelien Desplenter ging dieper in op drie verschillende projecten in de strijd tegen sarcopenie. FitFood+ biedt inspiratie voor voedings- en bewegingsactiviteiten in lokale dienstencentra, het Europese project Erasmus+: E-Sarc ontwikkelt een e-learning op maat van zorgprofessionals (thuisverpleegkundigen, huisartsen en kinesisten), Sarcopenie ‘een stapje voor’ zorgt voor een vertaling van de theoretische concepten voor de screening op sarcopenie in eenvoudige en werkbare richtlijnen voor de thuiszorg.
Blijf op de hoogte van de volgende 'Meet the Expert'-sessies rond andere thema's.
- Iuliano S, Poon S, Robbins J, Bui M, Wang X, De Groot L et al. Effect of dietary sources of calcium and protein on hip fractures and falls in older adults in residential care: cluster randomised controlled trial BMJ 2021; 375 :n2364 doi:10.1136/bmj.n2364 - https://pubmed.ncbi.nlm.nih.gov/34670754/
- S. Iuliano, S. Poon, J. Robbins, X. Wang, M. Bui, E. Seeman. Provision of high protein foods slows the age-related decline in nutritional status in aged care residents: a cluster-randomised controlled trial. J Nutr Health Aging 2023;27 (2): 166-171 - https://doi.org/10.1007/s12603-022-1868-7
- Yeji Baek, Sandra Iuliano, Judy Robbins, Shirley Poon, Ego Seeman, Zanfina Ademi. Reducing hip and non-vertebral fractures in institutionalised older adults by restoring inadequate intakes of protein and calcium is cost-saving. Age and Ageing 2023; 52: 1–7 - https://doi.org/10.1093/ageing/afad114